De herkenningsfase
Terug in Azie… Verwonderd over hoe de smaken, sensaties, geuren, geluiden en kleuren van zo’n vreemd continent toch zo herkenbaar kunnen zijn:
VOELEN
- je oververhitte lijf kunnen afkoelen met een zalig koude douche.
- het zweet in stroompjes van je billen voelen druppen als je staat te onderhandelen met de bemo-driver.
- geen WC-papier, maar terug een bakje met water om je mee te 'verfrissen' na een bezoekje aan de plee.
- eventjes duizelig worden als je te snel rechtstaat.
- de moeilijkheid om uit te zoeken wat de beste / goedkoopste manier is om van A naar B te gaan...
HOREN
- hanen die je op onnoemlijke ochtendlijke uren uit je slaap kraaien. - het geluid van vegende bezempjes 's morgens.
- mensen die constant 'taxi' of 'transport, yes, ok?' roepen.
- de rustgevende gekkogeluidjes 's avonds in je slaapkamer.
- de hindoemuziek die overal uit de winkeltjes opstijgt.
- oude kletterende brommertjes overal.
- de bezwerende gonggeluiden tijdens een begrafenisceremonie...
ZIEN
- vrouwtjeshonden met uitgelebberde buiken en tepels van het grootbrengen van hun laatste generatie nieuwe straathonden.- de avondzon die door de rokerige lucht rond tempels in straatjes en bomen in parkjes schijnt.
- tempeltjes en offerplaatsjes, maar dan zonder godenbeelden deze keer, want de hindoes hier geloven dat er naast Vishnu, Brahma en Shiva (en alle ontelbare andere goden), ook 1 opperwezen bestaat, dat je niet kan benoemen, noch afbeelden.
- de superprimitieve eetstalletjes langs de straatkant.- menukaarten met grappige fouten (ze kunnen hier de ‘f’ niet uitspreken, wat leidt tot zowel gesproken als geschreven ‘kopi’, ‘pried pish’ en ‘pree breakpast’).
- exotische planten, die bij ons met moeite overleven als kamerplant, maar hier overal weelderig in het wild groeien : alle soorten varens, frangipani-, bananen- en palmbomen.
RUIKEN EN PROEVEN
- elke morgen vers exotisch fruit als ontbijt, en verse fruitjuices wanneer je maar wil.- de lucht die zwaar is van geuren: regen op warm asfalt, wierook, kruiden, ...
Opnieuw onzen draai vinden
Ondanks alle herkenning moesten we na 3 maanden toeren in het pure, zuivere Nieuw-Zeeland toch terug eventjes onzen draai en het juiste ritme vinden. Net als een hond die een aantal maal ronddraait in z'n nest voor hij gaat neerliggen, moesten wij ook eerst even rondtoeren en verkennen voor we beseften wat we nu eigenlijk wilden doen, zo terug in Azie…
Een aantal interessante confrontaties brachten ons al iets dichter bij de ontknoping:
- de scam-madam in Kuta:
we zegden haar op vriendelijke doch kordate wijze eens goed ons gedacht over haar vorm van toerisme... en lieten haar verbouwereerd achter met een bon van 7 euro in onze handen om te spenderen in de plaatselijke supermarkt...
- Ubud's spi-ritueeltjes:
we maakten kennis met de gastvrouw van onze homestay die elke morgen haar hindoeistische offergaveritueeltjes deed en overal wierookstokjes, bloemblaadjes, plakjes rijst op kleine vierkante stukjes bananenblad achterliet, en vroegen ons Paul-Jambersgewijs af... 'Wat drijft die dame toch?'
- batik 'coca-cola' in Lovina:
met de brommer reden we naar een vrij toeristisch, doch momenteel zo goed als uitgestorven kustdorp (de Balibommen laten hier nog steeds hun sporen na) - daar liet ik me verleiden tot de aankoop van een gebatikte sarong... waarvan de kleuren al uitliepen en werden weggespoeld met het water van een eerste wasbeurt: 'batik coca-cola', noemen ze dat hier...
- afdingen in Singaraja:
in onze schurftige reizigerstenue kwamen we met ons brommertje aan in Singaraja en probeerden daar af te bieden op een poepsjieke bungalow op het strand in 1 van Singaraja's talrijke luxeresorts... en moesten met de staart tussen de benen afdruipen - we vonden toen slaapplaats in een veel minder omhooggevallen alternatief: Amed, een schattig vissersdorp dat nog door het massatoerisme moest ontdekt worden, en waar we voor de eerste keer frietjes gebakken in kokosolie aten (njammerdenjam, thuis ook 's uitproberen)...
- feest en poëzie in Tirtta Gangga:
in een voormalige badplaats van de keizer leerden we Bob en Yuli, 2 jonge kunstenaars, kennen; ze troonden ons mee naar een geboortefeest, waar veel gelachen, gedanst en palmwijn gedronken werd - en wij raakten in vervoering van Yuli's Indonesische poëzie (hoewel we er toen nog geen snars van begrepen: zijn gedichten kregen voor ons pas betekenis nadat we ze, later, naar het Engels hadden laten vertalen door onze vrijwilligers-collega's in Ubud).
Een klein gedichtje, als ode aan Yuli:
ON BEHALF OF HOPE
Thousands of my wildnesses.
Have sunk on the pond of your eyes.
Ship of a soul encrusted with corals.
That smile
Inviting to sing throughout the silence
Embracing all of my flaws
Your peace feeds my regrets
A beautiful innocence leans on me
For looking into the mirror thousands of times -
I really do cherish you.
- de 'Marokkaan' van Gili Air:
we namen de boot van het hindoeïstische Bali naar het islamitische Lombok en leerden dat zelfs de islam in Indonesië een beetje 'zen' is: iedereen belijdt zijn geloof zoals hij het wil, hoofddoeken en moskeebezoekjes zijn niet verplicht en ook een pintje of cocktailtje nu en dan is toegestaan... We nicknameden onze ruimdenkende gastheer 'de Marokkaan' - naar anologie met onze gastvrije buurman in Borgerhout (die we by the way heel lang 'Mohammed' genoemd hebben, maar die eigenlijk 'Abdelzak' heet - 't is maar dat u het weet) -, schoten wat videomateriaal voor de toekomstige trouwers (Bie en Pie, jullie hebben die van jullie nog tegoed, hopelijk arriveert hij nog met de postpakketten!) en achtervolgden zeeschildpadden met onze snorkels...
Toen kwam de crisis...
Hoewel Indonesië's exotisme ons wel kon bekoren, begon het na 3 weken te hebben rondgetoerd en de toerist te hebben uitgehangen toch te knagen: het werd dringend tijd om eens werk te maken van dat vrijwilligerswerk waar ik al jaren van droomde en dat er na acht maanden reizen nog steeds niet van gekomen was...
Toch nog is ene keer goe zot doen...
Als afsluiter van ons 'toeristenbestaan', deden we toch nog ene keer goe zot en beklommen de Rinjani-vulkaan op Lombok, samen met
- Anne (een Franse, benijdenswaardig luchtige en positief ingestelde NGO-werkster),
- een door een vorige tour volledig getraumatiseerde gids (er was een vorige keer eens een net iets te dappere Canadees naar beneden gedonderd)
- en nog een schattige 16-jarige gids-in-opleiding die, toen hij Anne en mij zag twijfelen of we in onze kleren of in onze sarong een warmwaterbad zouden pakken, ons in z'n beste Engels geruststellend toesprak: 'don't worry, you can go sexy...'
Na 2 zo goed als slapeloze nachten bereikten we met een enorme krachtinspanning (Ian was zo ziek als nen hond en moest noodgedwongen onderweg hier en daar 'pakketjes' achterlaten) op de 2de ochtend toch de top van de vulkaan en genoten er van een prachtig vergezicht. 't Was er één van 'Waw, ongelofelijk, maar wat mij betreft op deze reis toch wel de laatste zware laatste klim...'

La douce Anvers...
Ondertussen groeiden tijdens 'de crisis' toch ook een beetje de heimweegevoelens naar Antwerpen. Om u een idee te geven van wat een lange-reiziger zo allemaal mist aan Antwerpen: de BBQ'kes aan de Scheldebocht, het Afrikaans dansen, de Zeezichtterraskes, de koffiekoeken van de Lietaer, de rommelmarktjes op de Dageraad, de zaterdagmorgenden in de Wereldwinkel, ons eigen ijskast vol lekkers, de babbeltjes met vrienden en -innen, in ons vuil werkmanskleren iets gaan kopen bij de Marokkaanse Doe-het-zelver, een filmke zien vanuit onze zetel, de goei dansfeestjes, Ingrid van de buren die door ons brievenbus staat te gluren (hihi), ... en noem maar op.
Weer op het goede pad
Maar heimwee krijgen als je nog meer dan 2 maanden te reizen hebt, is geen goed idee. Dus we besloten dat het echt tijd werd om onze reis een andere wending te geven. Azië verdiende het om na al die maanden iets van ons terug te krijgen en dus hielden we onze fingers crossed voor dat vrijwilligersproject in Ubud, waar we twee weken voordien onze kop eens hadden binnengestoken en waar we alletwee direct een goei gevoel bijhadden. Alleen stond er nog niets op papier en was ons nog niet veel uitleg gegeven. Na een aantal dagen moreel wroegen met 'willen we de echte die-hard vrijwilligers experience of houden we het gezellig?', lieten we een ander project, met straat- en weeskinderen in Jakarta, schieten en kozen voor het gezellige project in Ubud... en we hebben er geen moment spijt van gehad.
Het werd een maand vol inspirerende ontmoetingen
- denktank Chakra:
Zijn enthousiasme en gedrevenheid werkten aanstekelijk, maar we moesten ons wel even aanpassen aan zijn leuze 'het proces is belangrijker dan het resultaat'... De windmolen die mest moest roeren, stond na 5 dagen knutselen zo scheef als de toren van Pisa, maar hij draaide, of soms toch een beetje (als het héél hard waaide) en wij waren weer een illusie armer en een ervaring rijker...
- wijzeTaka:
In harmonie met zichzelf en de wereld, straalde ze zo'n levenswijsheid uit en rust uit dat ik heel nieuwsgierig werd naar haar kracht en besloot te proberen me een aantal van haar ideeën eigen te maken (niet te veel denken, maar vooral op je gevoel afgaan, dat je van geven en lachen positieve energie krijgt, je je eigenlijk nooit zorgen hoeft te maken, je van positief denken veel gelukkiger wordt, je je niet te veel aan materie moet hechten - want dat is vergankelijk, enzovoort). Dingen die iedereen eigenlijk al lang weet, maar waar wij als westerling gewoon geen tijd voor maken om bij stil te staan. Misschien klinkt dit allemaal ongelofelijk zen en ik moet toegeven dat het in Azië een pak makkelijker leek om haar filosofie in praktijk te zetten, maar ze werd voor mij alleszins een verfrissende en hartverwarmende bron van inspiratie...
- filosoferende Jorge:
Onze Portugese vrijwilligerscollega Jorge was niet echt een doener, maar wel een denker-filosoof-man-van-het-woord :-) : terwijl wij rijstvelden stonden om te ploegen, kon hij ons uren entertainen door gewoon oeverloos te staan kletsen over vanalles en nog wat... en zo leerden we dat je van mensen niet moet verwachten wat ze niet zijn, maar ze moet apprecieren om wat ze wel zijn... 'k Heb 'm al gemist...- Agung met de wonderhanden:
Hij gaf ons een paar zeeeer deugddoende massages, bracht me de aller-beginselen van reiki bij en deed ons nog maar eens versteld staan van hoe het werken met energie en spiritualiteit bij de Balinezen de natuurlijkste zaak van de wereld is.
- cultuurgoden Ketut en Dedi:
Als danslerares en muziekleraar voerden zij ons mee door het sprookjesland van de Balinese cultuur: Ketut leerde me de welkomstdans aan, Dedi gaf ons een paar goeie tips i.v.m. Balinese muziekoptredens en op hun aanraden woonden we zelfs een 5 uur durende voorstelling bij met... black magic!
- Er was ook nog Sayu die ons een keilekker cacao-kokosdessert leerde maken en elke week op het biomarktje in Ubud de producten van op de permacultuur demo-site verkocht, Papu die ons (als 45-jarige begeleider van gehandicapten) meetroonde naar de discotheek, Mariska en Hendrik die hemel en aarde verzetten om onze vlucht naar Jakarta uit te stellen, zodat we toch aanwezig konden zijn op hun afscheidsfeestje, Jamie de gekke couchsurfer, enz.

We naaiden gordijnen, knutselden windmolens, ploegden rijstvelden om, graafden greppels, leerden rijst planten en werden in deze drie weken bij IDEP ontegensprekelijke voorstanders van 'permacultuur' en 'self-sufficiency', zaken die we u heel graag eens toelichten wij een Belgische pint (of een biowijntje ;-)...).
Afsluiten in overvloed
Na afscheid te hebben genomen van Bali, vlogen we naar Java en logeerden daar bij Dave, een vrijgevige Australiër die verknocht was geraakt aan Yogyakarta en al jaren actief was in de NGO-wereld. Een pracht van een vent die met ons niet alleen zonder aarzelen zijn huis, motor en ijskast deelde, maar ook z’n levensgenietersvisie.
Met Dave's motor (Ian ontpopte zich in een mum van tijd tot een echte Hell's Angel) sjeesden we naar de Borobudur, deden daar vóór zonsopgang de spiraalvormige-5-km-in-wijzerzin-naar-de-top en vernamen van onze gastheer het echte verhaal dat achter deze boeddhistische tempel in moslimgebied schuilt, nl. dat Jakarta gaat lopen met alle inkomsten uit het toerisme, i.p.v. het geld te gebruiken voor de ontwikkeling van de streek... Hmm, een beetje een typisch Aziatisch fenomeen... Er is hier nog veeeel werk aan de winkel, maar de mensen laten hun hoofden er niet door hangen en blijven glimlachend door het leven gaan…
